Een persoonlijk perspectief op carrièrepaden in wetenschap
Veel studenten weten nog niet wat de volgende stap in hun carrière wordt. Zal ik doorstuderen of op zoek gaan naar een baan? Waarom niet leren van de ervaringsdeskundigen?
Veel studenten hebben de afgelopen weken hun studie afgerond, of zullen dat in de komende weken gaan doen. Echter, velen van hen weten nog niet wat de volgende stap in hun carrière wordt. Zal ik doorstuderen of op zoek gaan naar een baan? Als ik ervoor kies om te gaan werken, blijf ik dan in academia of ga ik naar een bedrijf? Moet ik onderzoek gaan doen of zijn er andere opties? En wat doe ik als ik echt geen idee heb van wat ik wil doen?
Het vinden van de antwoorden op bovenstaande vragen is erg persoonlijk en het kan soms heel lastig zijn. Dat was voor mij de motivatie om dit artikel te schrijven en om wellicht een aantal suggesties en adviezen te geven over hoe om te gaan met de onbekende fase waar velen van ons nu voorstaan.
Hier laat ik je een persoonlijk perspectief zien op een pad dat anders is dan onderzoek, maar wel sterk gerelateerd is aan wetenschap. Ik heb Dr. Tessa Vossen geïnterviewd, een voormalig studente aan de Universiteit Leiden, die haar eigen dilemma’s en onzekerheden had, toen ze op zoek was naar haar plek op de arbeidsmarkt. Ze is een biologe, die getraind is in wetenschapscommunicatie met een PhD in wetenschapseducatie. Momenteel is ze als gastonderzoeker aan de Universiteit Leiden bezig met het afronden van haar post-doc onderzoek. Ze is ook net gestart als een enthousiaste docent op een middelbare school in Leiden.
Tessa startte haar studie aan de Universiteit Leiden, met een Bachelor in Biologie. Ze genoot van haar eerste jaren als student en net als velen van ons, was het pas aan het eind van haar studie dat ze ging nadenken over de volgende stap. Na het goed overdacht te hebben, besloot ze haar academische carrière te vervolgen met een Master in Biologie en Wetenschapscommunicatie.
Waarom besloot je Wetenschapscommunicatie te gaan studeren? Had je het gevoel dat er bepaalde persoonlijke doelen waren die je niet kon behalen als je in het onderzoek zou blijven?
“Het was niet dat er doelen waren die ik niet kon behalen (met onderzoek). Het was meer dat het me interessanter leek vanuit een ander perspectief, omdat ik interesse had in educatie en communicatie. Ik ben meerdere jaren vrijwilliger geweest op een lokale boerderij. De boerderij organiseerde ook educatieve activiteiten voor kinderen en soms was ik vrijwilliger in de weekenden bij zulke activiteiten en kinderfeestjes. Ik vond het heel erg leuk de kinderen kennis bij te brengen over de natuur om hen heen. Dus ik denk dat dat me ook wel geïnspireerd heeft aan het Master’s programma te beginnen. “
Tijdens haar Master, leerde onze geïnterviewde over wetenschapseducatie en wetenschapscommunicatie. En dat was, misschien wel zonder dat ze het doorhad, een keerpunt in haar academische en toekomstige carrière.
Na het afronden en zelfs tijdens je Master, ben je altijd bezig geweest met onderwijs. Hoe wist je in jouw geval dat je liever verder wilde met onderwijs dan met communicatie?
“Ik weet het niet, want ik heb eigenlijk praktisch niet gewerkt in het veld van wetenschapscommunicatie. Ik heb namelijk mijn stage gedaan in het Museon en na mijn studie heb ik bij een ‘educational office’ gewerkt en ik werkte met onderwijswetenschap. Dus ik denk dat het voor mij altijd duidelijk was dat ik meer in de richting van onderwijs zou gaan, omdat ik graag wilde werken met de doelgroep van kinderen en tieners. Ik denk dat dat me het meest aansprak.”
Na het behalen van je Master’s diploma, heb je een PhD gedaan in wetenschapsonderwijs. Hoe en wanneer besloot je dat een PhD voor jou de stap vooruit was in plaats van, bijvoorbeeld, lesgeven?
“Ik heb het niet echt besloten, denk ik. Ik wilde gewoon een leuke startersbaan nadat ik afstudeerde. Dus eerst heb ik twee maanden gewerkt als educational officer. Maar ik had ook gesolliciteerd voor deze PhD positie in onderwijswetenschappen aan het ICLON […] Dus ik ben gewoon op gesprek gegaan voor die baankans. “
Terwijl we spreken over haar sollicitatiegesprek, begint Tessa te lachen. Wat ze me vervolgens vertelt, was compleet onverwacht, maar laat goed zien dat goede en onverwachte dingen soms kunnen gebeuren.
“Het is voor mij nogal grappig, omdat het een van mijn eerste sollicitaties was. Ze stuurden (in de bevestigingsmail van mijn aanmeldingen), dat je onderaan kan vragen om meer informatie. En er stond wat informatie onder, dus ik dacht: oke, dat is het. Maar het bleek dat je een mail moest sturen naar de professoren en dan zou je een document krijgen met alle informatie over het project. Dus ik ging naar dat interview. En eigenlijk dacht ik (toen ik eenmaal hoorde over de documenten): ach ja, ik ga deze baan nooit krijgen, want ik heb de documenten niet gelezen en ik heb geen idee waar het over gaat. Maar toen bleek dat ik, uit mijzelf, al de goede dingen had gezegd die op de een of andere manier in dat document stonden (wat ik dus helemaal niet had gelezen) en dus werd ik aangenomen.”
Tijdens haar PhD in wetenschapsonderwijs, focuste Tessa zich vooral op de mening van leerlingen en docenten over onderzoek en ontwerp in STEM (Wetenschap, Technologie, Techniek en Wiskunde). Al was het hoofdonderwerp van haar thesis direct gerelateerd aan natuurwetenschap, kwam het onderzoekscomponent voornamelijk uit de sociale wetenschap, waar kwalitatief onderzoek net zo belangrijk is als kwantitatief.
Hoe was het om onderzoek te doen in sociale wetenschap ten opzichte van onderzoek in biologie?
“Dat was anders. Ik bedoel, het was een beetje harde wetenschap tegenover meer vloeiende wetenschap met theorieën en verschillende invalshoeken […] of verschillende paradigma’s die je kan aannemen als je een onderzoek aan het doen bent. En kwalitatieve data-analyse was uiteraard nieuw. Maar daar had ik in mijn jaar van de Master wetenschapscommunicatie ook al wat mee gedaan, net als in mijn biologiestage in de Master, want daarin onderzocht ik hoe mensen gebruikmaken van planten. Dus ik had al een hoop mensen geïnterviewd in Suriname over hoe ze de planten om zich heen gebruiken. Dus ik vond het contact met mensen en het doen van de interviews erg leuk. “
Na haar PhD bleef Dr. Vossen aan de Universiteit Leiden als een postdoc op de afdeling Astronomy and Society. Maar na twee jaar, bijna aan het eind van haar contract, besloot ze lerares te worden. En in mei (2021), begon ze haar nieuwe avontuur.
Waarom besloot je te wisselen van academia naar lesgeven in het voortgezet onderwijs? Was dat altijd al het plan of besloot je dat academia het niet was voor jou?
“Op elk keuzemoment heb ik overwogen lerares te worden. Na mijn Master dacht ik: ‘misschien moet ik die lerarenopleiding nu gaan doen’. En toen deed ik mijn PhD in educatie onderzoek, dat kwam op mijn pad. En de postdoc kwam daarna eigenlijk ook gewoon op mijn pad en ik dacht: Oh, dat is interessant, laat ik dat doen! […] Maar ik wist dat het tijdelijk was. Dus toen ik klaar was (met mijn postdoc), had ik zoiets als: oke, elke keer heb ik overwogen het onderwijs in te gaan, en nu denk ik dat ik de stap ook echt moet zetten. “
Hoe was het om de afgelopen maand te werken als docente? Denk je dat het je droombaan is?
“Ik weet niet of het mijn ultieme droombaan is, aangezien ik pas een paar weken geleden ben begonnen. Maar op het moment vind ik het heel leuk. Ik vind het heel leuk om persoonlijk contact te hebben met de klassen en gewoon grapjes te maken met de leerlingen en hen te leren over planten. Ons huidige hoofdstuk gaat over planten, wat ik ook echt heel leuk vind. En ik geniet er ook heel erg van om zelf te leren hoe ik les moet geven, omdat ik al bijna zeven jaar in de onderwijswetenschap heb gezeten en nu sta ik ineens aan de andere kant. Dus het is heel interessant om de persoon te zijn die lesgeeft. Ik ken alle concepten over educatie en nu moet ik ook degene zijn die het daadwerkelijk doet. En het is heel anders. […] Maar dat is ook heel leuk. En het zorgt voor een hoop zelfreflectie. Ik ben heel blij dat ik dit nu allemaal aan het leren ben. Maar ik denk dat ik, in de toekomst, misschien graag onderwijswetenschap zou willen combineren met zelf lerares zijn.
Welke invloed had de stap van werk in academia naar school op je persoonlijke leven?
“Ten eerste, vrijheid. Natuurlijk moet je je dag rondom bepaalde meetings plannen (in academia). Maar hoe laat je begint en wanneer je dingen doet, dat kan je vrij breed plannen. Je kan bijvoorbeeld een stukje gaan wandelen tussen twee activiteiten. Nu, op school, is het vrij strict. Op bepaalde tijden moet je in het klaslokaal zijn en er is veel meer gereguleerd. Maar ik vind die verandering wel leuk. […] Hier voel ik me echt voldaan aan het eind van de werkdag, omdat ik gewoon dingen kan afstrepen, zoals: oh, ik heb vier lessen gegeven aan vier klassen en ik heb met die collega hierover gesproken en verder… ten opzichte van gewoon werken aan je onderzoek. Dan kan je niet echt elke dag zoveel dingen afstrepen, omdat je gewoon bezig bent met je analyse en dat duurt soms weken. Dus dan moet je het veel meer in kleine taakjes opdelen. Maar ik denk dat ik dit (lesgeven) op het moment leuker vind. “
Nadat we gesproken hebben over de verschillende fases in haar academische leven en carriere vraag ik onze geïnterviewde terug te kijken en haar keuzes te beoordelen. Zou ze dingen anders hebben gedaan met de kennis die ze nu heeft?
Denk je dat het het waard was om eerst een PhD te doen en daarna het onderwijs in te gaan? Als je had geweten dat je uiteindelijk zou gaan lesgeven, was je dan een PhD gaan doen?
“Ik denk dat het voor mij heel fijn was om werkervaring op te doen (PhD) die ik kon meenemen het klaslokaal in. En ook gewoon in het algemeen wat levenservaring en ik denk ook leeftijd. Want ja, als je net bent afgestudeerd, ben je soms nog behoorlijk jong of voel je je in ieder geval nog behoorlijk jong. Dus ja, ik denk dat het voor mij nu op het juiste moment in mijn leven is gekomen. Ik ben nu ook moeder. Dus ik weet hoe het is om kinderen te hebben en om dan andermans kinderen les te geven. Ik weet dat ze allemaal iemand anders’ baby zijn. Dus ik snap dan ook wel als ouders soms heel bezorgd zijn. Ik denk dat het me ook een nieuwe dimensie heeft gegeven om te kijken naar leerlingen en klassen.
Uiteindelijk, aan het eind van het interview, wilde ik een van de moeilijkste onderwerpen bespreken, waar veel studenten (inclusief ikzelf) tegenaan lopen, namelijk ‘het onbekende’ . Wat ga ik doen nadat ik klaar ben met mijn studie? Zal ik doorstuderen of moet ik gaan werken? En als ik ga werken, moet ik dan bij een bedrijf gaan werken of in academia blijven? Dus, ik vroeg Dr. Vossen naar haar ervaring en of ze advies heeft voor studenten die hier mee worstelen.
Voelde jij onzekerheid over de toekomst tijdens je studie? En zo ja, hoe kwam je over deze angst voor het onbekende heen?
“Ik was constant onzeker. Dus, sorry dat ik de mensen moet teleurstellen die dachten dat ik een duidelijk doel had in mijn leven, want dat had ik niet echt. Het was elke keer dat ik tegen het eind van mijn studie of baan begon met nadenken: oke, wat zou de volgende stap zijn? Wat zou mijn ideale baan zijn? En dan maakte ik een lijstje van alles eromheen, zoals de omgeving, het salaris en ook de vakanties. In een ideale wereld, hoe zou mijn ideale werk eruitzien, en de activiteiten en collega’s? Dus daar was ik eigenlijk altijd meer op gefocust, dan specifiek het soort werk dat ik wilde doen.
Wat zou je zeggen studenten die niet zeker weten wat ze op carrière gebied moeten doen? Of die niet zeker weten of ze wel een baan zullen vinden als ze een alternatief pad volgen?
“Ja, als je niet zeker weet wat te doen, zou ik zeggen om een lijst te maken van taken die je zou willen doen en van het soort werkomgeving en de sociale zekerheid en het salaris dat je zou willen hebben. Als je dus veel baanzekerheid wil hebben, onderzoeker zijn geeft niet zoveel baanzekerheid, of wel? […] En soms moet je veel reizen. Dus als je erover nadenkt, zou je bereid zijn dat te doen? […] Verder, als je denkt dat wat iemand doet interessant is, stap gewoon op hem of haar af en praat met hen over wat ze vinden van hun baan. […] Ja, aan het eind van mijn Master heb ik dat ook gedaan met de mensen om heen, dat soort netwerkgesprekken en dat werkte voor mij heel goed.
Nadat ik met Tessa Vossen had gepraat, voelde ik me nogal opgelucht om te weten dat het niet erg is je af en toe een beetje verloren te voelen en verschillende carrière opties uit te proberen voor je ontdekt wat je leuk vindt. Ik hoop dat dit down-to-earth interview met een echt persoon als elke andere student sommigen van jullie zal helpen die zich onzeker voelen. Waarschijnlijk zal het niet het volledige pad onthullen dat je in de toekomst moet volgen, maar misschien helpt het je wel te besluiten wat de volgende stap wordt en brengt dat je weer een stap dichterbij je droombaan.
Tot slot is het volgende een lijst met de belangrijkste adviezen voor jou over onzekerheid die ik heb verzameld tijdens het interview met Tessa en het schrijven van dit artikel.
Wat te doen als je niet weet wat te doen?
- Als je niet zeker weet wat te doen, probeer vrijwilligerswerk te vinden waarin je kan ervaren hoe een bepaalde baan zou zijn.
- Probeer de belangrijkste aspecten van het werk of de richtingen waarin je geïnteresseerd bent, toe te passen in je stages. Op die manier kan je simuleren hoe het zou zijn om het echte werk te doen.
- Als het niet lukt punten 1 en/of 2 te volgen, kan je altijd praten met iemand in de functie waar je interesse in hebt. Je kan dan praten over wat het werk inhoudt en wat de voor- en nadelen zijn.
- Als je niet kan kiezen tussen twee vakgebieden, vertrouw dan op je intuïtie. Die heeft het vaak goed en zelf als dat niet zo is, krijg je anders misschien spijt als je het niet op zijn minst probeert.
- Daarnaast, vergeet niet dat het carrièrepad dat je vandaag begint niet het pad van morgen hoeft te zijn. Sta open in het geval van onzekerheid en probeer verschillende posities. Als iets niet werkt, raak dan niet in paniek. Van carrière of vakgebied veranderen is niet onmogelijk.
- Alle werkervaring is belangrijk, ook als het niet in het vakgebied is waar je het liefst wil werken. Je kan vaardigheden leren en kennis opdoen, die je vervolgens kan meenemen naar je volgende baan.
- Als je nog niet weet welk soort werk je wil doen, focus dan niet op de baan zelf maar kijk liever naar de voordelen die erbij komen kijken, zoals vakantiedagen, financiële zekerheid, salaris en dergelijke. Het is misschien niet je droombaan, maar het kan je wel helpen andere dromen te verwezenlijken en wie weet, misschien blijkt het uiteindelijk wel je ideale functie te zijn.
- Zodra je een idee hebt van hoe je toekomst eruit zou kunnen zien, solliciteer dan op alle banen die interessant lijken, ook als je denkt dat je ze toch niet gaat krijgen. Je weet nooit wat er kan gebeuren.
0 Reacties
Geef een reactie