Laten we geen bèta-supremacisten zijn
Een pleidooi voor het respecteren van fundamenteel andere manieren van kennisvergaring.
“Bestaat er ergens bij jullie het idee, als bèta’s, dat jullie knapper zijn dan de rest, knapper dan de gamma’s?”
“Dit zijn dingen waar ik beleefdheidshalve liever niet te veel over praat natuurlijk. Ik heb altijd het gevoel dat het respect voor een collega-geleerde bij mij voor een groot deel bepaald wordt door het gevoel. ‘kan hij iets wat ik de moeite van het kunnen waard vind?’ Dat heb ik met een heleboel alfa’s, maar dat heb ik met gamma’s zeer zelden.”
Deze vraag werd een Leidse wiskundeprofessor in 2016 gesteld in het programma ‘De Hokjesman’, en het antwoord dat hij gaf kwam dus op nationale televisie. Ik denk niet dat het controversieel is om te zeggen dat zo’n uitspraak voor een professor aan de Leidse Universiteit wél controversieel genoemd kan worden. De meest gunstige interpretatie is dat de professor simpelweg geen interesse heeft in vakgebieden als rechten, politicologie of psychologie. De minst gunstige is dat volgens de professor bijna al het onderzoek in deze gebieden niets meer dan verspilde moeite is. Het eerste is naar mijn mening de oorzaak van het tweede: voor iemand die niets wil weten over de maatschappij of gedrag, is een onderzoek naar deze fenomenen nutteloos. De professor lijkt dit zelf toe te geven, wanneer hij eerder in het interview stelt dat de meeste bèta’s bepaalde sociale antennes missen.
Het achterliggende gedachtegoed van de professor kan wat dit betreft in mijn ogen worden samengevat als het idee, dat wel vaker valt op te merken in de wandelgangen, dat de exacte wetenschap door de inherente objectiviteit onbetwistbaar nuttiger is dan de andere studies. Ik denk inderdaad dat die objectiviteit onlosmakelijk is van studies als wiskunde en tot zekere hoogte de andere studies van onze faculteit, maar dat is verre van reden voor een meerderwaardigheidsgevoel: de problemen die wij willen oplossen zijn te kwantificeren en systematisch op te lossen op een manier waarop maatschappelijke vraagstukken dat niet zijn. Dat betekent dus niet dat we triomfantelijk de intellectuele troon mogen betreden. We roepen ons uit als winnaar van een race waar de alfa’s en gamma’s niet eens aan mee doen, op het moment dat we de natuurwetenschap verwarren met bijvoorbeeld de sociale wetenschap. Andere problemen vergen andere aanpakken, en blijkbaar is het begrijpen van de maatschappij en het doorgronden van het oneindig complexe begrip ‘gedrag’ meer een kunst dan het gebruiken van wiskundige axioma’s of de wetten van Newton. En omgekeerd geldt hetzelfde: een alfa of gamma heeft het recht niet neer te kijken op een bèta. Het is in die zin een universele karakterzwakte om met de eigen wetenschapsfilosofie het vakgebied van een ander te meten.
Pas wanneer we respecteren en begrijpen hoe andere onderzoekers denken, kunnen we een mening delen die het delen waard is. Vasthouden aan vertekende karikaturen van de andere wetenschappers levert niemand iets op.
0 Reacties
Geef een reactie