Meer gelijkheid en inclusiviteit binnen de academische wereld: in gesprek met Dr. Yuli Ding Illustratie door Linshan Feng
Interview

Meer gelijkheid en inclusiviteit binnen de academische wereld: in gesprek met Dr. Yuli Ding

In een Canadese onderzoeksgroep waarvan de meerderheid van de onderzoekers van Chinese afkomst is, was een extra regel ingevoerd. Men stelde een soort scheldwoordenpotje in; elke keer dat iemand Chinees sprak in het lab, moest er één dollar betaald worden. Maar is dit de oplossing?

De assertieve, enthousiaste en vastberaden bioloog Dr. Yuli Ding sprak over haar eigen ervaringen en opvattingen over het verbeteren van de academische wereld als een internationale omgeving, evenals het zijn van een vrouw binnen de academische wereld. Dr. Ding, afkomstig uit China, is plantenwetenschapper en werkt nu als gastonderzoeker aan de Universiteit Leiden. Ze is gespecialiseerd in plant-microbe interacties.

Gedurende haar opleiding en werk binnen de academische wereld, heeft ze in veel verschillende landen gewoond en kwam hierdoor met veel culturen in aanraking. Ding deed haar bachelor in China, waarna ze haar PhD (inclusief een onderzoeksuitwisseling in Duitsland) voltooide in Canada en een postdoc deed in Groot-Brittannië. Recent is ze verhuisd naar Nederland. Door deze verhuizingen en haar werk op verschillende universiteit heeft ze de sfeer inverschillende laboratoria geproefd. Één overeenkomst tussen al deze plekken is dat de taal een obstakel vormt voor de samenwerking tussen mensen.

De taalkloof

De academische wereld is zeer internationaal gericht. Mensen van verschillende culturen komen samen om nieuwe kennis te vergaren. In zo’n internationale omgeving is het begrijpelijk dat mensen liever in hun moedertaal praten wanneer ze de kans krijgen. Helaas kan dit ook leiden tot verdeling en spanningen in onderzoeksgroepen.

Gedurende haar internationale carrière heeft Dr. Ding dit vaak meegemaakt. Zo herinnert ze zich een situatie in Duitsland, waar ze werkte op een afdeling die verdeeld was over twee verdiepingen. Op één van de verdiepingen was de meerderheid van de onderzoekers Duits en sprak men dus vaak Duits met elkaar. De andere verdieping bestond voornamelijk uit internationalen, die dus vooral Engels spraken. Ze herinnert zich dat ze van geluk kon spreken dat ze op de internationale verdieping zat; zeker omdat de internationals op de andere verdieping regelmatig aangaven dat ze soms moeite hadden om aan te sluiten bij gesprekken van hun Duitse collega’s.

Taal was ook een keer een bron van spanning binnen de groep tijdens Dr. Ding’s onderzoek in het Verenigd Koninkrijk. In het lab waren er verschillende groepen - Italianen, Chinezen, Indiërs, Duitsers, Fransen en Britten - die allemaal zo nu en dan hun moedertaal spraken. Toen het aantal Chinese onderzoekers groeide, begon één van de onderzoeksassistenten het vervelend te vinden dat er Chinees gesproken werd in het lab. Ze probeerde daarom de onderzoeksleider te overtuigen om het spreken van Chinees tegen te gaan. Maar, gek genoeg, leek ze geen probleem te hebben met de andere internationals die in hun moedertaal spraken.

Ook al was Dr. Ding niet tegen het spreken van Engels in het lab, ze was het niet eens met de manier waarop de onderzoeksassistente het bracht, aangezien ze het deed lijken alsof het probleem alleen veroorzaakt werd door de Chinees-sprekende collega’s. Toen de onderzoeksleider de alleen-Engels-regel voorstelde, uitte een PhD student zich kritisch over de regel, “Mensen zouden het recht moeten hebben om de taal te spreken die ze willen!”

Dr. Ding benadrukt dat het dwingen van mensen om altijd Engels te spreken wanneer dit niet hun moedertaal is, in haar ogen weinig zin heeft. Dit geldt in het bijzonder voor een gesprek tussen twee mensen met dezelfde moedertaal. Het is belangrijker dat mensen rekening houden met mensen in hun gezelschap die de gesproken taal niet begrijpen. De sleutel tot een gezonde labomgeving is het faciliteren van open communicatie en simpelweg open zijn naar elkaar. Immers wil niemand zich buitengesloten voelen.

Ze belicht ook een situaties die geholpen hebben om de culturele scheiding tussen collega’s te overbruggen. Gedurende haar PhD in Canada werden er binnen de onderzoeksgroep feestdagen van verschillende culturen met zijn allen gevierd, wat het gevoel van inclusiviteit binnen deze groep verbeterde. Tijdens Chinees Nieuwjaar, bijvoorbeeld, legde de afdeling wat geld opzij zodat er eten kon worden afgehaald bij een Chinees restaurant. Er werden vergelijkbare festiviteiten georganiseerd voor Halloween en andere feestdagen.

“Je wil mensen niet forceren tot het volgen van bepaalde regels.” zegt Dr. Ding. In plaats daarvan is het delen van voedsel een geweldige manier om culturen te leren kennen, suggereert zij. Een buffet waarbij iedereen een maaltijd meeneemt is bijvoorbeeld een goede manier om elkaar te leren kennen op toegankelijke wijze. “Ik denk dat de universiteit dit zou kunnen promoten, toch? Voedsel is, vind ik, universeel!’’, zegt Dr. Ding. “Niemand zou ‘nee’ zeggen tegen lekker eten.’’ Dit kan een goede ijsbreker zijn tussen mensen en helpen met het overbruggen van de culturele scheiding in de groep; zo iets kleins kan veel impact hebben.

Group picture
Een door Dr. Yuli Ding ingestuurde foto van de buffet festiviteiten met haar collega’s in 2017.

Vrouwen in de academische wereld

In ons gesprek met Dr. Ding hebben we het ook eventjes gehad over haar ervaringen als vrouw binnen de wetenschap. Ze wijst er op dat de man/vrouw-verdeling in de academische wereld (en specifiek biologie) redelijk gelijk is tijdens de universitaire studies, zelfs tot de post-doc posities is dit het geval. Pas als je de faculteitsposities bekijkt, is er een duidelijke vermindering in het aantal vrouwen.

Ze denkt dat het reserveren van posities voor vrouwelijke onderzoekers dit fenomeen kan verminderen, maar ze wijst er op dat dit niet het kern van de problemen aanpakt. Zwangerschapsverlof gedurende de academische carrière vormt een groot probleem. Vrouwen die carrière willen maken in de academische wereld, kunnen het lastig vinden om het ‘juiste’ moment te vinden om een gezin te starten.

De tijdslijn en planning van een academische carrière zijn zeer strikt. Een aantal onderzoeksbeurzen accepteren namelijk alleen mensen die hun PhD binnen een bepaalde tijd hebben afgerond. Hierdoor kwalificeer je voor minder onderzoeksbeurzen als je ervoor kiest om je carrière te ‘vertragen’ door een familie te starten. Het krijgen van een onderzoeksbeurs is natuurlijk al moeilijk genoeg; in 2020 kende de NWO (het Nederlands Wetenschappelijk Onderzoeksinstituut) slechts 18 procent van de onderzoeksaanvragen toe binnen het kader van de nationale onderzoeksagenda.

Ondanks Dr. Dings gemengde ervaringen in het buitenland tot nu toe, is ze nog erg optimistisch over de toekomst. Ze begrijpt dat het voor iemand zonder buitenlandervaring moeilijk kan zijn om culturele verschillen te begrijpen en er open voor te staan. Ze denkt echter dat een samenwerking in de academische wereld gebaseerd zou moeten zijn op wederzijds respect, onafhankelijk van culturele achtergronden. Hoewel de meeste mensen in bepaalde mate trots zijn op hun culturele achtergrond, zou dat geen reden moeten zijn voor verdeling tussen collega’s.

In plaats daarvan spoort ze mensen aan om open te communiceren over verschillen en het beoordelen van anderen op het eerste gezicht te vermijden. Dr. Ding pleit in het bijzonder voor het gebruiken van voedsel als een middel om een band tussen mensen te creëren. Dankzij haar ervaringen met culturele culinaire uitwisseling is ze hoopvol.

Ze benadrukt dat men zowel slechte als goede kanten tegenkomt, wanneer we een andere cultuur leren kennen. We zouden de kans moeten benutten om de mooie eigenschappen van deze cultuur eigen te maken, daarvan te leren, en zo onszelf te ontwikkelen.

0 Reacties

Geef een reactie