Peanuts! Geen extra EU-geld naar wetenschap
Onderzoek, onderwijs en innovatie zullen dit decennium veel minder geld ontvangen vanuit de EU dan gehoopt. Wetenschappers en universiteiten maken zich zorgen over de effecten. Wat betekent dit voor de toekomst van de Europese samenleving en voor studenten die in deze periode hun carrière starten?
Na maandenlange onderhandelingen sloten het Europarlement en de EU-lidstaten op 10 november een akkoord over de Europese meerjarenbegroting (2021-2027). In de begroting ligt vast hoe Europese landen de komende jaren hun geld zullen besteden en hoe ze hun economie na corona kunnen herstarten. In totaal zal er 85 miljard vrij zijn voor wetenschappelijk onderzoek, onderwijs en innovatie.
In relatieve termen is dit geen reden voor feest. Aanvankelijke stelde het Europees Parlement namelijk voor om in het komende decennium 120 miljard euro uit te trekken voor onderzoek en innovatie. Volgens diverse onderzoeksinstituten was dat een noodzakelijke stap om Europa weerbaar, klimaatvriendelijker en digitaler te maken.
Maar tijdens de onderhandelingen tussen de EU-lidstaten afgelopen zomer ging het mis. Het budget werd – met het oog op het coronaherstelfonds – verlaagd tot 81 miljard. Het leidde tot grote onrust onder wetenschappers en universiteiten. Rector magnificus Carel Stolker sprak van “een groot verlies, niet alleen voor de wetenschap, maar ook voor de samenleving”.
‘Peanuts’
Begin november 2020 werd het budget dankzij Europarlementariërs opgekrikt naar 85 miljard. Velen waren blij verrast door deze beslissing, maar de teleurstelling bleef aan. Kurt Deketelaere, secretaris-generaal van de LERU – een samenwerkingsverband waar Universiteit Leiden deel van uitmaakt – bestempelde de aanvulling als ‘peanuts’. Hij vindt het onbegrijpelijk dat er ten tijde van een pandemie geen investeringen worden gemaakt wordt in onderzoek en onderwijs. “In feite legt men de bijl aan de wortel met deze beslissing. Het vergt moed, denkkracht en stevige investeringen om de Europese samenleving toekomstbestendig te houden.”
Beurzen
De effecten van het akkoord zullen waarschijnlijk onder veel Europese studenten voelbaar zijn. Studentenmobiliteit en samenwerking tussen universiteiten is sterk afhankelijk van Europese budgetten en beurzen. Ook Universiteit Leiden heeft dankzij Europese onderzoeksprogramma’s meerdere onderzoeken van kunnen financieren. Het is moeilijk te zeggen wat de concrete effecten zullen zijn voor studenten en afgestudeerden, maar hoogleraren maken zich wel zorgen. “Dit zijn beurzen waarvan we weten dat Nederland er ontzettend succesvol in is”, zegt Eveline Crone, hoogleraar neurowetenschappen. “Nederland scoort hoog, en heeft dus veel te verliezen”.
Redmiddel
Onderzoek, onderwijs en innovatie zijn de motoren van economische groei. Ze dragen bij aan technologische doorbraken en wetenschappelijke vooruitgang: twee aspecten die cruciaal zijn om de maatschappelijke en economische uitdagingen die ons te wachten staan aan te pakken.
De coronapandemie en de aanzwellende effecten van klimaatverandering
schreeuwen om snelle oplossingen. Alleen onderzoekers kunnen overheid en
burgers de kennis aanreiken voor een antwoord op deze vraagstukken. Het
is bovendien niet uitgesloten dat Europa meer afhankelijk zal worden
van technologie uit VS en China, grootmachten die beduidend meer
investeringen maken in hun kennissectoren.
De Nobelprijswinnaar Ahmed Zewail sprak al in 1999 de gevleugelde woorden “Investing in science, education and curiosity-driven research is investing in the future”. Het is maar te hopen dat de Europese Unie dit feit in de nabije toekomst onder ogen durft te zien.
Bronnen:
- Nature 585, 323-324 (2020). https://doi.org/10.1038/d41586-020-02620-x
- Nature News. 2020-11-11. https://doi.org/10.1038/d41586-020-03198-0
0 Reacties
Geef een reactie