Twee zijdes van dezelfde munt
Al een tijdje vind ik het lastig om twee manieren van denken samen te brengen die afwisselend mijn kijk op de toekomst domineren.
Om wat ongegronde maar serieus klinkende termen te gebruiken, in mij leven zowel een techno-optimistische millennial als een eco-conservatieve hippie - en op het eerste gezicht lijken deze twee het niet met elkaar te kunnen vinden.
De nieuwsgierigheid en ambitie die gepaard gaan met een interesse in wetenschappelijke of technologische vooruitgang motiveren me om een leven van vormen, creëren en verbeteren te leiden. Zou het niet geweldig zijn om een probleem 'opgelost' te hebben en iets 'nuttigs' aan de wereld toe te voegen? Aan de andere kant biedt de welvaart in de samenleving vandaag de dag een sterke prikkel om achterover te leunen, te ontspannen en te genieten van de fijnere dingen in het leven en zo een minimale impact op mijn omgeving te hebben. Een leven besteed aan vrienden en familie, koken en creativiteit, en meer genieten maar minder consumeren.
Deze twee manieren van leven sluiten elkaar natuurlijk niet uit. Je zou de eerste een carrière kunnen noemen en de laatste vrije tijd. Maar mij lijkt telkens voor een bepaalde periode één van de twee gewoon meer zinvol. En de twijfel die ontstaat door niet te kunnen kiezen welke de beste is, helpt niet mee om vol voor één van beide te gaan.
Tovenaars en Profeten
Nu zou je kunnen denken: "Wat heeft dit met wetenschap te maken?". Na het lezen van The Wizard and the Prophet van Charles C. Mann, zag ik overeenkomsten tussen deze twijfel en zijn beschrijving van hoe wij als samenleving in het klimaatdebat proberen vooruitgang te verzoenen met impact. In zijn boek bespreekt Mann twee manieren van denken van mensen die de problemen van voortdurende groei op het klimaat willen aanpakken.
De ‘tovenaars’ in het boek geloven heilig dat technologie alle wereldwijde problemen kan oplossen. Zo zeggen ze dat genetisch gemodificeerde gewassen kunnen helpen om meer voedsel te produceren en dat het gebruik van duurzame energie klimaatverandering kan bestrijden. De ‘profeten’ daarentegen vinden het cruciaal om deze problemen op te lossen door zowel menselijke waarden als het milieu te beschermen. Ze pleiten voor het behoud van biodiversiteit en het gebruik van duurzame landbouwpraktijken die zich richten op de gezondheid van onze omgeving op de lange termijn in plaats van snelle oplossingen. Het boek moedigt ons aan om een manier te vinden die technologische vooruitgang combineert met morele principes en zorg voor de natuur (inclusief onszelf).
In feite gaat het dus om een technologische oplossing versus oplossing door verandering van gedrag.
Een keerzijde van technologie
Er valt veel te zeggen over de methoden zoals bevolkingsbeperking die de profeten in het boek aanhangen, omdat ze concluderen dat mensen niet veel verschillen van bacteriën in een petrischaal met beperkte voedingsstoffen. Voornamelijk dat het niet goed afloopt. Maar het argument van de profeten dat toch bij mij blijft hangen, is dat een oplossing die alleen maar gebaseerd is op een reeks wetenschappelijk-technologische oplossingen, die vaak weer nieuwe problemen veroorzaken, niet genoeg is.
Hoewel we de wereld hebben gevoed door de introductie van genetisch gemodificeerde gewassen en synthetische meststoffen, zijn we te ver gegaan en hebben we onze bodem aangetast door het gebruik van monoculturen. De Jevons-paradox laat ons zien dat het verbeteren van de efficiëntie van auto's om energie te besparen alleen maar leidt tot nog meer brandstofverbruik. We dachten dat het verbinden van mensen via internet de productiviteit zou verhogen, maar we worden geconfronteerd met nieuwe bijwerkingen zoals aandachtsstoornissen. En wie weet wat er nu weer aan komt met kunstmatige intelligentie?
Deze voorbeelden suggereren dat elke technologische vooruitgang ook gepaard moet gaan met sociale innovatie. Voor nu zullen we met technologische oplossingen onze onhoudbare gewoontes nog kunnen volhouden. Maar we zullen ook veerkracht moeten opbouwen door de mogelijke implicaties én de juiste implementatie van onze wetenschappelijke ontdekkingen te onderzoeken. Zeker als we effectief willen omgaan met toekomstige uitdagingen zoals de opwarming van de aarde of pandemieën van nu.
Het beste van beide werelden
We zouden techno-washing, een fenomeen waarbij gezond optimisme wordt verward met opzettelijke manipulatie door de belanghebbenden van een bepaalde technologie, de schuld kunnen geven van onze luie instelling. Maar het idee dat ik probeer over te brengen is dat de natuurlijk schommelende balans tussen tovenarij en profetie momenteel overhelt naar de kant van de tovenaar, terwijl we moeten proberen beide op evenveel waarde te schatten.
Als ik dagdroom over de toekomst, zie ik de sterke kanten van beide zijden tot volle bloei komen: ik zie bruisende steden omringd door sterke landbouwgemeenschappen, centrums waar ambitieuze mensen werken aan technologische vooruitgang om ons comfort te behouden, terwijl anderen betekenis vinden in het samenleven in de provincie, ons voedend op kleinschalige boerderijen. Dit alles ondersteund door futuristische landbouwmethoden, soorten vervoer die deze werelden met elkaar verbinden en de cohesie behouden, en online verbondenheid om zelfs op het platteland in elkaars nabijheid te blijven. Dit klinkt niet eens zo ver weg van hoe het nu is, maar op dit moment lijkt de meerderheid vast te zitten in buitenwijken als een soort gek compromis tussen deze twee levenswijzen.
Denken wij als wetenschappers zelf ook na over wat onze ideale samenleving zou zijn, de ideale manier van leven, zowel economisch als sociaal en cultureel, of geloven we dat we daar automatisch naar toe bewegen? Weet jij zeker waar je aan werkt en waarom het er toe doet? Hoe zou jij je de toekomst voorstellen? Het is oké om geen antwoord te hebben op deze vragen - alleen maar streven naar meer kennis kan geen kwaad - maar de communicatoren en wetgevers die wetenschappelijke kennis aannemen en promoten, zouden dat zeker moeten doen.
En op persoonlijk niveau, kunnen we uiteindelijk zowel tevreden zijn wanneer we hebben bijgedragen aan kennis en vooruitgang, als wanneer we creatief bezig zijn geweest en een sociale impact hebben gehad op onze omgeving. Maar het vermogen om beide kanten in ons leven te uiten - denk maar aan de manier waarop natuur, kunst en wetenschap elkaar in het verleden hebben geïnspireerd - kan uiteindelijk meer waard blijken dan de som der delen.
0 Reacties
Geef een reactie